Zelf weer brood smeren

Een mooi voorbeeld van het Langer Vitaal Thuis project in de praktijk is het verhaal van een cliënt uit Tuitjenhorn. Mevrouw kon, ondanks een operatie, haar hand niet meer goed gebruiken. Door deel te nemen aan het Langer Vitaal Thuis Programma kan zij dingen weer zelf doen, waar ze heel blij mee is. 

“Na de operatie aan mijn rechterhand vielen er in een keer veel functies weg. Ik kon bijvoorbeeld niet meer zelf mijn broodje smeren en snijden. Ook was water koken een opgave. Doordat ik de kracht verloren was in mijn geopereerde hand, schonk ik kokend water in met mijn linkerhand. Ik ben rechtshandig, dus dat vond ik erg eng. Deelname aan het Langer Vitaal Thuis programma heeft mij enorm geholpen. De ergotherapeut die mij begeleidde gaf handige tips. Zo werd ik bijvoorbeeld geadviseerd om het kopje in de gootsteen te zetten en dan het water te schenken.

Dit voor de veiligheid, zodat ik mij niet verbrandde. Als het kopje dan omvalt, krijg ik het hete water niet over mij heen. Een simpele tip, waar ik zelf niet aan had gedacht. Ook heb ik aangepast bestek gekregen met hele grote handvatten, waardoor ik nu weer zelf mijn broodje kan smeren en snijden. Het zijn van die hele kleine dingen die nu door tips of hulpmiddelen weer mogelijk zijn, zoals de vaatwasser leeghalen of mijn nagels knippen met een speciale nagelknipper.”

Mevrouw vervolgt: “Bij het Langer Vitaal Thuis programma wordt echt gekeken naar wat je nog zelf kunt doen. In het begin komt de therapeut elke week en hebben we gezamenlijk verschillende dingen uitgeprobeerd. Hoe vaak een therapeut langskomt, hangt af van de hulpvraag. Je wordt in ieder geval goed in de gaten gehouden. Het hele programma is mij prima bevallen, en ik raad het dan ook iedereen aan. Het meest blij ben ik met het feit dat ik zelf weer mijn broodje kan smeren en mijn nagels kan knippen. Het zijn de kleine dingen die het doen. Er wordt echt naar je geluisterd en naar wat je weer wilt bereiken. Ik ben super blij dat ik heb meegedaan aan dit programma en ik ben dik tevreden.”

“Door middel van het meetinstrument COPM brengen we de doelen van de cliënt in kaart. Hierbij kijken we welke activiteiten er momenteel niet naar tevredenheid uitgevoerd kunnen worden. Dit kunnen ook activiteiten betreffen die momenteel niet meer lukken. Vervolgens kijken we wat een cliënt weer wil bereiken. Naar aanleiding daarvan stellen we doelen en een behandelplan op. Met deze doelen gaat de cliënt, samen met de ergotherapeut, aan de slag.”